Rondreizen - Reisverslag uit Probolinggo, Indonesië van Jules Hazeleger - WaarBenJij.nu Rondreizen - Reisverslag uit Probolinggo, Indonesië van Jules Hazeleger - WaarBenJij.nu

Rondreizen

Door: Jules

Blijf op de hoogte en volg Jules

16 Augustus 2013 | Indonesië, Probolinggo

Een week geleden zat ik in de auto naar Bali en nu – op het moment van schrijven, niet uploaden – zit ik al een paar uur, met een waslijst aan afgevinkte activiteiten en bestemmingen, weer in een minibus naar mijn tweede project. Alhoewel, de paar uur zijn niet geheel zittend doorgebracht, er moest ook een deel al lopend en duwend worden afgelegd; de auto wilde niet meer starten.

Maar even terug naar een week geleden, mijn laatste dag in Pare. Op die dag moest ik toch echt even mee naar de moskee en, ondanks het feit dat ik buiten moest blijven door mijn ‘niet-moslimheid’, was het een best wel grappige ervaring. Uit goede gewoonte doet ook hier iedereen de schoenen uit (altijd als een woning, school etc. wordt betreden wordt dit gedaan, maar vervolgens wordt wel doodleuk de brommer met smerige banden naar binnen gereden) wat een berg slippers opleverde waar de gemiddelde vrouw jaloers op zou zijn. Ook was er een kindje die, elke keer dat iedereen naar voren boog om te bidden, zijn kans schoon zag om ook die ‘bule’ te zien. Dus in plaats van te bukken stond hij op, draaide zich om, zwaaide en knielde telkens weer net op tijd om voor de rest niet op te vallen. Een typische actie die in het verlengde lag van al het ‘normale’ staren, zwaaien en nagapen wat ik gewoon was in Pare.

Verder viel het me de laatste dag nog maar eens op wat voor een top gastgezin ik had. De gastvrouw zou ik even willen uitlichten. 1: Toen ik, inmiddels drie weken geleden, ziek was, sprongen de radartjes op rood. Wat nu? Van het ene op het andere moment had ze besloten dat ik de resterende twee weken alleen nog maar het voor mij bekende en vertrouwde brood zou eten. Het duurde me toch verdomd lang om haar, bezorgd als ze was, uit te leggen dat alleen brood voor twee weken, in verband met het ontbreken van toch wel een hele rits aan voedingsstoffen, misschien toch niet het beste idee was. 2: Toen ik weer beter was, was ze door het dolle heen. De lach was niet van haar gezicht af te krijgen en ze wilde maar al te graag dat ik bleef eten, resulterende in quotes in wat gebrekkig Engels als: ‘Miss Ety happy if you eat a lot’, en ‘Miss Ety called your mother, she wants you to be fat’. 3: Toen ik haar ergens in de derde week, net als elke andere keer, bedankte voor het brengen van het eten, sprongen de tranen in haar ogen. Ik was er amper tweeënhalve week, maar ‘I was like a son to here’ en ik zou over een paar dagen al weer weg gaan. Daar zit je dan tissues aan te geven terwijl ze, typisch weer de Indonesische vriendelijkheid, haar excuses begon aan te bieden voor onbenullige dingen zoals dat ik een keer tien minuten op mijn eten heb moeten wachten. 4: De dagen erop had ze zich kranig verweerd, maar de tientallen afscheidsfoto’s werden haar te veel. Echt een schat van een vrouw en ook de andere mensen in Pare waren helemaal top.

Daarna stapte ik in de minibus voor een reis die, zo werd me verteld, ongeveer 15 uur zou duren. Een keurige 21 uur later stond ik voor mijn hostel in Kuta. Achja, het scheelde me wat geld, een nacht minder overnachten. Kuta zelf was niet veel meer dan een uitgaansoord en ik gebruikte het dan ook voornamelijk om mensen te ontmoeten waarmee ik samen kon reizen. In die opzet was ik na een half uur al geslaagd: er begon zich een groepje te vormen waarmee we de dag erna Bali rond zouden gaan. Het is echt verbazingwekkend hoe gemakkelijk je nieuwe contacten legt. Die dag stond verder in het teken van dingen regelen voor de volgende dag en voor een trip naar Gili Air (na wat verhalen was ik ervan overtuigd dat ik er, ondanks mijn gelimiteerde tijd, echt heen moest) en van het ‘even-wat-anders-eten-en-drinken’. Oftewel: Bintang en een burger.

De dag erna warden we vroeg opgepikt en stapten we met uiteindelijk zes mensen in de auto. De eerste bestemming was de Besakih-tempel, de moedertempel van het Hindoeïsme. Het is een schitterend tempelcomplex met verschillende terrassen met kleine, grote, brede, smalle, schitterende, iets minder schitterende, hoge en lage tempels en, alhoewel we het in eerste instantie af probeerden te slaan, hadden we toch een guide ingehuurd waardoor we nog redelijk wat van de Hinducultuur te weten zijn gekomen. Het was ook bij deze Pura Besakih dat ik voor het eerst merkte dat het ‘teveel-geld-vragen-voor-alles’ in Indonesië tot volkssport numero 1 is verheven en dat afdingen van het grootste belang is. Gelukkig werden onze skills daarin in ieder geval goed getraind. Allereerst probeerde onze verder prima driver ons te koppelen aan een gids van omgerekend 25 euro (welke we later hebben gekregen voor omgerekend 1,5 euro), vervolgens moest er een soort saroeng worden gekocht voor het betreden van de tempel. Hierbij was het natuurlijk volstrekt logisch dat één saroeng 30.000 Rupiah kostte en drie samen meer dan 100.000 Rupiah, simpel rekensommetje toch? Later tijdens de trip in Bali is dit snelcursusje nog redelijk van pas gekomen toen ik bijvoorbeeld een taxirit van 350.000 Rupiah terug had weten te brengen naar 150.000 Rupiah, een cola heb bemachtigd bij een kraampje voor 4 in plaats van 10 duizend en zelfs een hotelovernachting voor 100.000 Rupiah per nacht minder heb gekregen.

Ook vond ik het heel opvallend dat werkelijk iedereen hier whitening gebruikt. Het schoonheidsideaal is een blanke huid en niet alleen wilden de tutors bij mijn oude project maar al te graag mijn zonnebrandcrème proberen – ik was blank, het was iets tegen de zon, het had een witte kleur, dus moest het wel whitening in zich hebben – ook liep er bij deze tempel iemand rond met zo’n onnatuurlijk witte huid dat zelfs Michael Jackson er jaloers op zou zijn geweest.

Vervolgens werd de Besakihtempel verlaten, een lunch op een werkelijk schitterende plek wachtte op ons. Gelegen op een heuvelrug bood het restaurant uitzicht op een met rijstvelden beplante vallei. Alhoewel het lopend buffet en het uitzicht ons er een tijd van weerhield weg te gaan, moest de auto toch weer worden gepakt om de sunset bij Pura Tanah Lot bij te wonen. De tempel zelf was niet heel speciaal en het lopen over hoofden van een belachelijk groot aantal toeristen droeg ook niet echt bij aan de magie van de locatie, maar de ruige zee en kust en mooie zonsondergang deden gelukkig een hoop terug. ‘s Avonds moest toch even worden bekeken hoe honderden Australische surferboys Kuta als het Chersonissos van Zuid-Oost Azië beschouwen vooraleer ik, en één van de zes die ik in het hostel had ontmoet, al om 6.30 werden opgehaald voor de travel naar de Gili Islands. Althans, zo stond in de planning. Andermaal werd bewezen dat Indonesiërs geen Zwitsers uurwerk als tijdsaanduiding hanteren.

De rest van de bus- en bootreis verliep verbazingwekkend genoeg op rolletjes en in het begin van de middag werd voet aan wal gezet op Gili Air: een tropisch paradijs. Azuurblauw water, exotische vissen, een warm zonnetje, witte stranden, geen gemotoriseerd verkeer (wát een verschil met Java), louter wat zandweggetjes, vriendelijke mensen, een groot scala aan fruitdrankjes en dat alles op ongeveer 1 km2. De eerste paar uur (ja, het kan op de 7 m2 die dit eiland beslaat, en het is zeker geen straf) werden doorgebracht met het, als een echte backpacker, rondstruinen over het eiland op zoek naar een goedkope, vrije bungalow. Na een tijdje was deze gevonden. Nu is het niet echt lastig om op een eiland van dit formaat aan het strand te zitten, maar het was wel erg lekker om slechts 30 meter te hoeven lopen om met je voeten in de branding te staan. Overigens was het wel opvallend dat er op dit eiland niks van politie of security is. Dit in schril contrast met de rest van het land waar werkelijk iedereen in een pakje wordt gehuld om niks te doen… of karaoke. Zo betrapte ik vandaag nog een aantal agenten die in een grote container de ramen deden springen tijdens werktijd. Die hele ‘vibe’ van het ontbreken van security merkte je overigens in alles; nergens hoefte een naam opgegeven te worden, sleutels hingen gewoon in deuren en niks ging op slot.

De enige volle dag op Gili bracht ik onder water door en dat is zeker geen verspilling van tijd. De onderwaterwereld is misschien nog wel mooier dan die erboven en gelukkig bleek ik na wat proberen beetje bij beetje in staat mijn oren te klaren. Na een oefenduik in het zwembad werd met een al even relaxed boottochtje het open water op gezocht. Ik kan u melden dat Nemo inderdaad uit zijn aquarium in Sydney is ontsnapt en vrolijk met zijn vriendin Dori in de Indonesische wateren ronddartelt en dat ook een schildpad het blije hoofd van een ‘bule’ uit ‘Belanda’ heeft mogen aanschouwen. Met andere woorden: het was geweldig.

De volgende ochtend wilde ik nog even ten volle genieten van het natuurschoon op het eiland en na een vroeg ontbijtje op het strand huurde ik nog even snel wat snorkeltuig om de vissen gedag te zeggen, gelukkig waren ze ook voor dit afscheid weer in grote getalen aanwezig. Na die heerlijke sprong in de zee maakte ik me op voor de boottocht terug naar Bali die voor 10.30 op de planning stond. Wederom werd aangetoond dat de Rolex of Swiss hier niet wordt gebruikt; om 16.00 was de Semaya One nog niet in zicht. Ik vond het daar wel prima aan het strand, maar mensen die een vlucht moesten pakken waren wat minder gerust en de uiteenlopende verklaringen konden de gemoederen ook niet echt tot bedaren brengen. Voor mij kwam het wachten eigenlijk helemaal niet slecht uit, want om een uur of twee kwam ineens mijn een dag eerder verloren slipper aandrijven. Het leverde wat rare gezichten op toen ik ineens het water in sprong voor het verloren schoeisel, maar ik was wel blij met mijn mislukte slipper-/flessenpost. Om een uur of half vijf werden we dan toch opgehaald. Uiteindelijk was de verklaring dat zowel boot 1 als boot 2 kapot waren gegaan onderweg (die verklaring was ook niet echt goed voor de gemoedstoestand van een aantal al gestresste toeristen) en na een wilde tocht op zee, welke meer op een achtbaan leek, werd Bali weer bereikt.

Ik merk dat ik alweer veel te veel wil zeggen in één update. Ik zal hier de pen neerleggen en spoedig wat vertellen over de laatste dagen ‘vakantie’ en mijn eerste dagen bij mijn nieuwe gastgezin in Probolinggo.

  • 16 Augustus 2013 - 15:48

    Dirk:

    Even een paar inlichtingen. Ik val toevallig op je verslag. Ik woon al dertig jaar in Indonesia, waarvan de laatste 17 jaar op Bali.
    Drink nooit arak
    Arak is een sterke drank die gemiddeld 35 procent alcohol bevat en gedistilleerd wordt uit palmwijn (Tuak)
    Je wordt er enorm dronken van, maar dat is niet het ergste wat je kan overkomen. Na het schandaal van medio april 2009 over de produktie en verkoop van met methanol aangelengde arak - resultaat 37 doden in 6 weken, zowel Indonesiërs als buitenlanders - is er nu weer een partij met methanol aangelengde arak in omloop op Bali, met als resultaat tot op heden: 11 doden (waaronder vier buitenlanders en drie buitenlanders die voorgoed blind zijn geworden). De partij drank is volgens politie-woordvoerders over het hele eiland gedistribueerd, dus men wordt sterk afgeraden om momenteel nog arak te kopen.

    Er zijn gespreksonderwerpen die taboe zijn in Indonesië. Op die zaken mag je NOOIT kritiek geven of er over discuteren. Die onderwerpen worden in het Indonesisch samengevat door de afkorting SARA : Suku (ethnische afkomst zoals Balinees, Javaan, Molukker, Dayak, Batak), Agama (godsdienst), Ras (betekent eveneens ras in het Nederlands) en Antar-Golongan (onderlinge groepsrelaties, d.w.z. de relaties tussen al de ethnische groepen)

    Nooit schreeuwen en boos worden
    Boos worden en roepen heeft totaal geen effect en wordt als zeer onbeschoft ervaren. Als iemand iets niet begrijpt, roep dan niet : BEGRIJP JE? Met luide stem spreken is onbeschoft en ook gevaarlijk. Voor een Indonesiër is dit een anarchistische kracht die hem kan vernietigen. Hij zal met respect handelen wanneer je naar hem schreeuwt, maar in zijn geest is hij aan het denken hoe hij uit deze gevaarlijke situatie zal geraken. Hij is NIET aan het proberen om te verstaan waar je over praat!

    In Indonesië heeft iedereen een meerdere en een mindere. Niemand is gelijk. Aan de top van de ladder troont de president van de Republiek Indonesië.
    In de Indonesische cultuur zijn de kapper, de ober, de kassierster in de supermarkt, allemaal je mindere, iemand die in een ondergeschikte positie tegenover jou staat, en zij weten dit. In het Indonesisch gebruik je andere woorden voor “ik” en “jij” wanneer je hun aanspreekt. In het Balinees gebruik je zelfs een andere taal (Laag-Balinees) wanneer je met een "mindere" praat.
    Dit is geen waardeoordeel, want je minacht die mensen niet. Het is een essentieel onderdeel van de cultuur, die aanduidt waar ieders plaats in de maatschappij is.
    Een ober kan natuurlijk de sociale ladder opklimmen en door hard werken eigenaar van een aantal restaurants worden. In dat geval zal hij anders worden aangesproken, want nu is hij van de elite, maar zolang hij ober is, moet hij zich gedragen naar zijn stand.
    Mensen van de hogere klasse worden met respect en onderdanigheid benaderd. Dat weerspiegelt zich ook in de taal. In het Indonesisch gebruik je tegenover een meerdere andere woorden voor “ik” en “jij”, en in het Balinees gebruik je het Hoog-Balinees.
    Staatsambtenaren vertegenwoordigen de hele natie, en moeten dus met eerbied worden aangesproken. Daar hoort ook de politie bij, die zich zeer bewust zijn van hun waardigheid.
    Openlijk kritiek leveren, zelfs op een beleefde manier, wordt beschouwd als verbale agressie. De persoon die je in het bijzijn van anderen wijst op zijn fouten, zal je voor de rest van zijn leven links laten liggen en nooit meer een woord tegen je zeggen. Wil je kritiek leveren, neem je die persoon even apart, buiten gehoorsafstand van anderen.
    De overste wordt verondersteld te beslissen en de ondergeschikte wordt verondersteld te gehoorzamen.
    Kritiek geven op een overste gaat in tegen het idee dat de overste altijd gelijk heeft, en die kritiek zou de sociale orde verstoren.
    Kritiek geven op een ondergeschikte suggereert ofwel dat de ondergeschikte verantwoordelijk is voor het nemen van beslissingen (wat niet kan, want dat doet de baas), of dat de overste domme bevelen heeft gegeven aan de ondergeschikte (waardoor je de overste beledigt)
    Men ziet in de ambtenarij en de politiek veel voorbeelden hiervan. Het principe is altijd "asal bapak senang" wat betekent : als de baas maar gelukkig is.
    Volgens dit principe wordt de toestand altijd rooskleurig afgeschilderd en krijgt de overste (de Minister, de directeur-generaal, enz) enkel statistieken en rapporten te zien die hem gelukkig maken.

    Wat wij verstaan onder privacy wordt in Indonesië heel anders ingevuld.
    Vragen zoals “Hoe oud ben je?”, “Hoeveel verdien je?”, “Ben je gehuwd?”, zijn niet onbeleefd in de Indonesische sociale context. Zij bieden een snelle manier om de status van de persoon vast te stellen.
    Je kan een vaag antwoord geven zoals “Ik verdien genoeg om te leven”, maar dit wordt dan zeker uitgelegd als bescheidenheid en kan gevolgd worden door de vraag “Hoeveel dan juist?”
    Jij kan natuurlijk hem of haar ook dezelfde vragen stellen of je antwoordt niet en glimlacht gewoon terwijl je zegt “Dat zeg ik niet”, en men zal niet beledigd zijn.
    Wanneer je een boek leest op het strand, kan je er zeker van zijn dat iemand over je schouder komt kijken en je vragen wat je aan het lezen bent. Wil je geen conversatie voeren, glimlach en zeg Maaf, saya mau membaca buku. Hij of zij zal begrijpen dat je alleen gelaten wil worden.
    Dankjewel zeggen
    De woorden “dankjewel” en “alsjeblief” worden niet in dezelfde situaties gebruikt als in het Westen, omdat er alternatieven bestaan zoals glimlachen zonder iets te zeggen.
    “Dankuwel” wordt gereserveerd voor situaties waain de woorden letterlijk en oprecht bedoelen dat je iets apprecieert dat iemand voor je gedaan heeft.
    Die woorden worden niet gebruikt voor kleine diensten zoals de saus doorgeven tijdens een etentje, of wanneer mensen enkel hun werk doen. Dus een Indonesiër zal er nooit aan denken om een buschauffeur te bedanken voor het geven van een ticket.
    De vreemdeling die iedereen groet, en obers, diensters, bus- en taxichauffeurs, bedienden achter het loket, en winkelbedienden dankt en zichzelf excuseert wanneer hij niets heeft gedaan dat iemand zou storen, wordt als licht belachelijk beschouwd door de Indonesiërs.
    Dergelijk gedrag brengt Indonesiërs in verwarring. Als je echt een sociaal ondergeschikte wil bedanken, geef een fooi.
    Vergeet niet dat er een klassenverschil is in Indonesië, en dat de term sociaal ondergeschikte geen waardeoordeel inhoudt, noch minachting

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jules

Actief sinds 10 Juli 2013
Verslag gelezen: 337
Totaal aantal bezoekers 7230

Voorgaande reizen:

12 Juli 2013 - 02 September 2013

Indonesië

Landen bezocht: