Ubud, Probolinggo en Independence Day - Reisverslag uit Probolinggo, Indonesië van Jules Hazeleger - WaarBenJij.nu Ubud, Probolinggo en Independence Day - Reisverslag uit Probolinggo, Indonesië van Jules Hazeleger - WaarBenJij.nu

Ubud, Probolinggo en Independence Day

Door: Jules

Blijf op de hoogte en volg Jules

28 Augustus 2013 | Indonesië, Probolinggo

Na de bootreis/achtbaan waar ik de vorige keer over heb verteld werd Ubud in de avond bereikt. Wederom was het gemakkelijk om contact te leggen met anderen en dus kon ik het avondeten doorbrengen met twee Engelsen die het voor elkaar hadden gekregen Bali te bereiken zonder ook maar één keer in het vliegtuig te stappen. Een grappig verhaal, en dit was één van de velen; Nederlanders die het avontuur van het wonen in Saudi-Arabië en Kuweit waren aan gegaan, Mexicanen op een jarenlange wereldtrip en een soort Oostenrijkse look-a-like van Dries Roelvink die zijn ‘spiritual mind’ wilde vrijwaren van troebele geesten om zijn didgeridoomuziek goed te laten klinken (leek me overigens een zeer moeilijke opdracht).

De volgende ochtend wilde ik nog even snel wat van de omgeving van Ubud meepakken voordat ik weer terug naar Java zou gaan en daar slaagde ik aardig in. Een bezoek aan het Monkey Forest verzorgde het begin van de ochtend, waarna ik een wandeling maakte door de rijstvelden en uiteindelijk uitkwam bij de traditionele markt. Na een toplunch tussen de rijstvelden – de wandeling er naartoe was het geld al waard – zocht ik een taxi op die me naar Ubung kon brengen waar het ‘intereilandionale’ (mag de Van Dale in) busstation zich bevindt. Tijdens de taxirit kreeg ik te horen dat mijn gastgezin nog niet klaar was om me te ontvangen; geen probleem, weer terug naar Ubud.

Van de extra dag ‘vakantie’ maakte ik volop gebruik door mee te doen met een fietstocht door Bali. Eens te meer werd de reputatie van ‘Nederland, fietsland’ waar gemaakt. Een keurige 7 van de 10 deelnemers viel onder de categorie kaaskop en met deze goed gemutste mensen genoot ik van het eiland. Na een bustocht werd ontbeten aan het kratermeer van de Gunung Batur en na het drinken van catpoocino (nee, geen spelfout) bij een koffieplantage werd op de fiets gesprongen. Een heerlijke paar uur later had ik zelf rijst geoogst, alles geleerd van een Balinese compound, vele rijstvelden doorkruist en me verbaasd over de (afwezige) fietskunsten van de enige drie buitenlanders. Het verbaasde me dan ook niets dat er ééntje vlak voor het einde nog even het asfalt kuste. Ook voor onze gids was het afzien op de fiets. Op de haast retorische vraag wie de laatste 7 km bergop liever met de fiets dan met de auto af wilde leggen aanschouwde hij vol verbazing hoe de voltallige Nederlandse enclave zijn hand omhoog stak: een zware 7000 meter zouden voor hem volgen. Ik vond het schitterend: over een smal weggetje werd het groene landschap doorkruist. Na de lunch en de terugreis bracht ik nog een bezoek aan de traditionele Balinese dans.

Op maandag stond dan toch mijn terugreis naar Java op de agenda. Ditmaal kon ik op de ferry wel de auto uit (op de heenweg werd ons dit onmogelijk gemaakt door een zeer strak ingeparkeerde auto) zodat op het dek lekker van het zonnetje kon worden genoten. Nadat de boot over een kippenstukje dat nog kleiner is dan de afstand tussen Den Helder en Texel een respectabele tijd neer had gezet van bijna 1,5 uur, werd Java bereikt. Daar viel het me op dat ik me niet meer over alles verbaasde na (toen) ruim vier weken Indonesië. Waar mijn reisgenoten rugleuningen, armleuningen en medepassagiers vastgrepen bij enkele hachelijke verkeerssituaties bleek ik er al redelijk aan gewend te zijn. Aan de ene kant zorgde dit voor het uitblijven van onverklaarbare pieken in mijn hartslag (niet onbelangrijk voor een oude vent als ik), aan de andere kant is het jammer dat je niet overal meer met verwondering naar kijkt. Gelukkig kent Indonesië in veel dingen de overtreffende trap en was het schitterend om te zien hoe iemand zijn auto in een rivier vol afval parkeerde om er een spons bij te pakken of hoe een lokale boer naast zijn twee dochters ook een tweetal schapen op zijn fietstaxi vervoerde. Ook trekt de overal opduikende reclame mijn aandacht. Op elke hoek van de straat (eigenlijk vaker, maarja, zo gaat het spreekwoord nou eenmaal) is een stuk of zeven billboards te vinden met reclame voor sigaretten of de naderende verkiezingen. Ook in auto’s, op fietstaxi’s en zelfs op de begraafplaats zijn politieke pamfletten gesignaleerd. Verder word ik non-stop op de hoogte gebracht van acties van de provider via mijn Indonesische nummer en wordt ook zo af en toe een speaker op een verkeerslicht aangebracht om niet alleen het zicht van reclame te voorzien, maar ook de oren te strelen met de mooiste aanbiedingen.

Eenmaal in Probolinggo werd ik warm welkom geheten. Ik zou op een andere school dan gepland mijn tweede project volgen en die school had nog steeds vakantie, maar het gastgezin had de agenda volgeboekt voor me de eerste week. Alleen maar leuk en de goede klik die ik al snel had met hen droeg alleen maar hier aan bij (ook dit gastgezin is weer helemaal top). Surabaya werd op de eerste dag al bezocht, met name voor het uitzoeken van een gift voor de bruiloft van hun oudste dochter in november, maar ook stond een bezoek aan de voor een civieltechnicus als ik interessante Suramadubrug op het dagprogramma. Daarnaast moesten er wat overhemden gekocht worden. Dit tweede project was op een senior high school en er moest dus iets formeler gekleed worden dan de korte broek en het t-shirt welke ik gewend was. Tijdens het passen bleek dat de Oost-Javaanse Jules Hazeleger-fanclub met me meegereisd was vanuit Pare, wat resulteerde in meer liefdesaanzoeken dan pastips van de medewerkers, maar uiteindelijk slaagde ik erin wat aan te schaffen. Later bleek overigens dat ook op de school zelf de club actief was: de eerste handtekeningen zijn al uitgedeeld.
Tijdens de eerste week ben ik eveneens mee geweest naar een family gathering (de hele familie ging hier naartoe met behulp van een enorme touringbus), heb ik wat gevoetbald met de zoon in het gastgezin en ben ik als gast naar een bruiloft geweest van een lerares hier op de school.

Het meest bijzondere van de eerste week was echter Independence Day. Ik moet zeggen dat het idee van het hebben van de Nederlandse indentiteit in Indonesië op Independence Day me vooraf allerminst aansprak, maar uiteindelijk werd dit één van de leukste, maar zeker ook één van de vreemdste dagen van de reis. Het feit dat ik mee ging naar de ‘flag ceremony’ vond ik in het begin al een beetje ongemakkelijk, maar het werd allemaal nog een categorie gekker. Eerst betrad ik samen met mijn gastheer (de directeur van de school) de VIP-area – oke, dat was tot daar aan toe, ik was immers een gast van een redelijk belangrijk persoon in het dorp. Vervolgens werd ik samen met hem meegenomen naar het kantoor van de major. Ik was toen de enige, op Kholis (mijn gastheer) na, die niet met een met speldjes volgeprikt uniform in de kamer zat. Dit was echter nog niet de overtreffende trap waar ik het eerder over had. Na een ceremonie waar een nationaal trots uit bleek die ik nog nooit in Nederland heb gezien was het tijd voor het handjes schudden, maar, dat gaat niet helemaal zoals ik van Nederland gewend ben. Ongeveer acht op en top VIP’s gingen in een rijtje staan waarna de ongeveer 500 deelnemers van de ceremonie één voor één eerbiedig hun hand schudden met alle acht de hoge piefen die geduldig naast elkaar stonden te wachten. Onder hen: de major/burgemeester, een officier van de politie, een officier van het leger, de directeur van het ziekenhuis, Kholis en, je raadt het al, de heer Hazeleger. Nadat mijn hand weer tot leven was gekomen gooide de burgemeester nog wat kolen op het vuur door iedereen er in zijn speech aan te herinneren dat het best wel eens zou kunnen dat mijn overgrootvader tegen de Indonesiërs had gevochten. Maar gedurende al deze activiteiten bleek maar weer eens de vriendelijkheid van dit volk. Alles werd met een glimlach ontvangen en ze vonden het enkel en alleen mooi dat een Nederlander nu in vrede aanwezig kon zijn op hun nationale trots, hun nationale dag: Independence Day. De rest van de dag stond in het teken van een bezoek van een ceremonie op een school en in de city hall.

Afgelopen week ben ik voornamelijk aan de slag geweest bij de school. Samen met een lerares op de school, die ook vaak de taak van tolk moest vervullen, ging ik de lessen van de klassen af. Over dit tweede project zal ik in mijn laatste update meer uitwijden. Ook zal ik daar op het bezoek aan de mount Bromo terug komen, welke ik in volle glorie heb mogen aanschouwen afgelopen weekend. Zondag zal ik met de andere Indonesische trots, Garuda, alweer terugvliegen naar Nederland waar ik maandagochtend zal landen. Ik ga nog volop genieten van mijn laatste dagen hier en tot snel!

  • 28 Augustus 2013 - 16:27

    Boaz:

    Jules!! Waren wij even op (bijna) exact dezelfde data op dezelfde plek! (was afgelopen 2 mnd ook In indonesie). Dhr. Spelt nog tegen gekomen? Die was er ook en liep ik zomaar per ongeluk tegen het lijf!
    Fijne tijd daar!

  • 31 Augustus 2013 - 12:08

    Jules:

    Hallo Boaz, wat grappig om te horen! Het wereldreizen ben je kennelijk nog zeker niet verleerd. Op welke plekken ben je precies geweest? Nee, ik ben hem niet tegen gekomen, die was ook op Java aan het rondreizen? Wel toevallig dat je hem dan helemaal aan de andere kant van de wereld tegenkomt. Ik heb zeker van mijn laatste dagen genoten, morgen weer terug naar Nederland.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jules

Actief sinds 10 Juli 2013
Verslag gelezen: 2086
Totaal aantal bezoekers 7215

Voorgaande reizen:

12 Juli 2013 - 02 September 2013

Indonesië

Landen bezocht: